Wat te doen met oma’s parels?
Je kunt geërfde, ouderwetse sieraden in dat donkere laatje laten liggen, of er iets nieuws van laten maken.
Elsje Jorritsma / 18 juli 2019 / Dit artikel is eerder verschenen in het NRC en het NRC Handelsblad / Alle rechten voorbehouden
Parelkettingen van oma, koraalsnoeren, de lange schakelkettingen uit de zeventiger jaren, goedbedoelde broches, oude trouwringen, bedelarmbandjes; vrijwel niemand doet vrijwillig sieraden weg. Dus veel mensen hebben thuis in donkere laatjes en doosjes een bonte verzameling van geërfde of gekregen sieraden liggen, toegedekt met stof en een vaag schuldgevoel dat het ondankbaar is om de ooit dierbare of kostbare sieraden te veronachtzamen. Als je langsgaat bij je schoonmoeder hang je het erfstuk desnoods nog een keer om, en héél incidenteel trek je de laatjes open en sta je je voor de spiegel af te vragen of het niet tóch ook wel leuk is, parels bij een trui en spijkerbroek.
Het kan anders. Ook Ageeth Dirks-De Bruijne (54) deed niets met de juwelen van haar in 1981 overleden moeder. „Ze had een gouden schakelarmband, die ze altijd droeg. Dat wás mijn moeder.” Maar de armband was ouderwets, vond Dirks, en bovendien draagt ze nooit armbanden. Via via kwam ze terecht bij Zigt Sieraden in Rotterdam, die er een bijzondere ring van maakte. „De armband is nog herkenbaar in de ring, maar het is ook eigentijds.” Goudsmid Myriam Oude Vrielink zette eerst de schakels vast om er een ring van te maken. „Toen hebben we die ring in ossa sepia gedrukt [het rugschild van een inktvis] en de afdruk gegoten met het goud van de armband”, zegt Oude Vrielink. „Dan krijg je iets dat er een beetje uitziet als een archeologische vondst van die ring. Herkenbaar, maar echt anders.” Nu draagt Dirks de ring vrijwel dagelijks, óók als herinnering aan haar moeder.
Flink gedateerd
Het maken van nieuwe uit oude sieraden blijkt een uitkomst te zijn voor veel mensen. Goudsmeden Neeltje Huddleston Slater en Myriam Oude Vrielink begonnen 25 jaar geleden in Gouda, vers afgestudeerd van de vakschool in Schoonhoven, met ook nog een paar jaar kunstacademie erachteraan. „Als mensen sieraden lieten repareren kregen we best vaak vragen over wat ze nog hadden liggen: wat moet ik ermee, verkopen, repareren?” Zo’n twintig jaar geleden organiseerden ze een kleine tentoonstelling: De Granaat van Tante Agaath. „We hadden van ouderwetse stukken, sommige gewoon uit eigen familiebezit, nieuwe, hedendaagse sieraden gemaakt”, zegt Huddleston Slater. „Om te laten zien dat je sieraden een nieuw leven kunt geven.” Dat sloeg aan. „Daarna is het eigenlijk nooit meer opgehouden, het is een soort specialiteit geworden.”
Veel juwelen in een erfenis zijn flink gedateerd. „Zoals bloedkoralen snoeren, parelkettingen, lange dubbele snoeren en Zeeuwse knopen”, zegt Huddleston Slater. „Als je je sieraden van bijvoorbeeld een oma of oude tante niet eigen maakt maar gewoon draagt, voelt het soms als een verkleedpartij.” Bovendien wil lang niet iedereen die sieraden dragen. „Zoals een klant laatst zei over een ring van haar moeder: er moet wel iets mee, anders is het alsof ik naar de hand van mijn moeder kijk. Dan is het niet van mij.”
Ik had van alles dat ik niet droeg omdat het een beetje tuttig was
Gitty van Duijn
Huddleston Slater en Oude Vrielink vinden aan dit nieuw-van-oud leuk dat het zo persoonlijk is. „Voor een korte periode werk je heel intensief samen”, zegt Huddleston Slater. „Het is ook vertrouwelijk; mensen vertellen over hun familie, hun relaties.” Oude Vrielink: „Soms merken we dat het verdriet om een overleden familielid nog heel vers is. Dan zeggen we; wacht nog even voordat je een beslissing neemt.” En soms, als ze de indruk hebben dat iets een heel kostbaar antiek stuk is, raden ze aan het eerst te laten taxeren voordat ze het uit elkaar halen.
Mensen nemen wel een risico als ze bij ons komen, zeggen de edelsmeden. Ze laten iets dierbaars uit elkaar halen, terwijl ze niet precies weten hoe het eruit gaat zien. Aryan Tieleman (68) liet het zelfs helemaal aan „de dames van Zigt” over. Toen zijn vader in 1983 stierf had zijn broer diens gouden zegelring gekregen. Maar zijn broer deed er niets mee en hij zelf paste ’m niet. „Ik wist dat de dames van Zigt creatief zijn én een oud ambacht uitoefenen, dus ik heb gewoon gezegd: maak maar iets.” Nu is de zegelring, opengevouwen, onderdeel van de sluiting van een vrij stoere gevlochten stalen armband, en draagt Tieleman hem elke dag. Niet uit sentiment, zegt hij, maar meer omdat het zonde is er niets mee te doen.
De meeste mensen komen natuurlijk júíst om sentimentele redenen. Gitty van Duijn (72) wilde haar sieraden bij leven doorgeven aan haar twee dochters en schoondochters. „Ik had van alles liggen dat ik niet droeg omdat het een beetje tuttig was, zoals bloedkoralen snoeren bijvoorbeeld. Of te teer, zoals een armbandje met dertien diamantjes. Het meeste had ik van mijn man gekregen, van mijn ouders had ik alleen nog de trouwringen. De rest was ooit gestolen.”
Het ontwerp maken Oude Vrielink en Huddleston Slater door voorbeelden te laten zien en te bepreken. Huddleston Slater werkt in een organische stijl, en Oude Vrietlink meer eigentijds traditioneel; bestaande concepten opnieuw uitvinden. „Toen ze het armbandje zagen zeiden ze verrukt: oh, dat zijn bolsjewieken!”, zegt Van Duijn. Deze ouderwets geslepen diamanten zijn terechtgekomen in de familieringen die Van Duijn liet maken: soortgelijke ringen voor haar, haar dochters en haar schoondochters. Van de bewerkte schakels zijn kettinkjes gemaakt voor haar kleindochters, die ze krijgen als ze achttien worden. „En één schakeltje hebben ze bewerkt met een gouden bolletje, voor aan een ketting voor mijn zus. En die draagt ze ook echt.”
„Ik had niet gedacht dat het zo’n impact zou hebben”, zegt Gitty van Duijn. „Op een feest waar de hele familie was, hebben we de nieuwe sieraden gegeven. We stonden daar allemaal met tranen in onze ogen.”
Het is voor ons ook spannend, zegt Huddleston Slater. „Ik vind de stukken vaak pas mooi als ik ze bij iemand zie. Een sieraad moet zich maar bewijzen. Als het af is en in het doosje ligt, kan je eigenlijk nog niet zien of het gelukt is.”
Ze hebben ook liever niet dat iemand als verrassing een sieraad laat ombouwen. „Als het eenmaal uit elkaar ligt, kan het niet meer terug naar het origineel. ”